· 

Costa Rica: een introductie

Costa Rica werd ontdekt door Christoffel Columbus in 1502 en het land werd daarna door de Spanjaarden gekoloniseerd. Costa Rica betekent letterlijk de Rijke Kust en het land kreeg de naam omdat de Spanjaarden er vanuit gingen dat er goud in het land te vinden was. Dat bleek achteraf niet zo te zijn, maar de mooie naam bleef. In 1821 verklaarde Costa Rica zich samen met andere Midden-Amerikaanse landen onafhankelijk van Spanje, maar de echte onafhankelijkheid vond pas in 1838 plaats toen Costa Rica zich losmaakte van een federatie van Midden-Amerikaanse landen.

 

De natuur van Costa Rica

In tegenstelling tot veel Midden-Amerikaanse landen is Costa Rica sinds 1899 grotendeels een vrije en vreedzame democratie geweest, waar de president en de congresleden worden gekozen voor een termijn van vier jaar. Costa Rica heeft een oppervlakte van ruim 51000 vierkante kilometer. De natuur en omgeving is ruig, prachtig en vooral tropisch met slapende vulkanen in het noorden, een regenwoud in het zuiden en aan beide kanten zijn er fantastische stranden. De inwoners van Costa Rica staan bekend als ‘Ticos’ en ‘Costaricanen’ en zijn enorm gastvrij. Daarom is het land in no-time een populaire toeristenbestemming geworden en is er in de afgelopen jaren veel gebouwd en uitgebreid. Wil je nog het authentieke Costa Rica meemaken? Dan is dit hét moment om het land te bezoeken.

 

Het weer in Costa Rica

Costa Rica heeft twee seizoenen: het droge seizoen en het groene seizoen. Het droge seizoen is van december tot maart en dat is de drukste tijd in Costa Rica. De prijzen zijn dan veel hoger en het is moeilijker om een plek te vinden in de populaire hotels. In het groene seizoen is het veel goedkoper, maar kan je wel meer regen verwachten. Gelukkig regent het meestal maar een paar uur en dan klaart het op.

 

Reizen en betalen

In Costa Rica betaal je met colons, maar er worden ook op veel plaatsen dollars geaccepteerd. Vooral op toeristische plaatsen wordt er vaak gevraagd om met dollars te betalen, maar dan betaal je vaak meer dan dat je in colons betaalt. Je kan op het vliegveld euro’s wisselen en in de meeste grote steden kan je pinnen met de meeste Nederlandse passen. Vergeet niet om de pas op wereld te zetten! 

 

In het binnenland kan je het beste een auto huren met een goede navigatie. Ook kan je door het land reizen met de bus, maar realiseer je wel dat er plaatsen zijn waar de bus soms maar eens per dag komt. In het hele land rijden rode taxi’s. Vraag altijd om de meter aan te zetten. In het land is het namelijk verboden om met een kapotte meter te rijden en dan weet je bijna zeker dat je wordt opgelicht.

Op zoek naar een andere bestemming?