Tussen 28 oktober en 2 november vieren de Mexicanen Día de los Muertos. Waarschijnlijk heb je het weleens op TV gezien: in de straten staan duizenden flikkerende kaarsen, de geur wierook komt uit de huizen en winkels en overal om je heen zie je prachtige kleurrijke skeletten en doodshoofden. Deze unieke Mexicaanse traditie zou je kunnen vergelijken met onze Allerzielen, maar dan met veel meer passie en hartstocht, zoals we dat van Mexico kennen.
De geschiedenis van Día de los Muertos
De wortels van Día de los Muertos gaan terug tot de Azteken en Maya's. Deze culturen beschouwden de dood niet als het einde, maar als een overgang naar een andere fase van bestaan. Ze geloofden dat de zielen van de overledenen eenmaal per jaar terugkeerden om hun nabestaanden te bezoeken.
Met de komst van de Spaanse conquistadores en het christendom in de 16e eeuw, vermengde deze traditie zich met het katholieke Allerheiligen en Allerzielen. Het resultaat was een unieke viering die de oude inheemse gebruiken mixte met christelijke elementen. Deze versmelting zie je terug in veel aspecten van het moderne Mexico en laat de bijzondere geschiedenis van het land zien.
In de loop der eeuwen verandert Día de los Muertos tot het kleurrijke feest dat we vandaag kennen. De schedels of calaveras, werden, en worden, gemaakt van suiker als een gift voor de bezoekers. De beroemde Catrina, het vrouwelijke skelet figuur met bloemen, werd begin 20e eeuw geïntroduceerd door de kunstenaar José Guadalupe Posada en is sindsdien tot hét symbool van Día de los Muertos.
Een feest van leven en dood
Anders dan je misschien bij het onderwerp zou verwachten, is Día de los Muertos geen sombere aangelegenheid, maar juist een uitbundige viering van het leven en een eerbetoon aan overleden dierbaren. Families beginnen weken van tevoren met de voorbereidingen. Ze maken versierde altaren, ofrendas genoemd, ter ere van hun overleden familieleden. Deze altaren worden versierd met foto's van de overledenen, hun favoriete eten en drinken, kaarsen, en de oranje goudsbloemen omdat de geur van deze bloemen de zielen van de overledenen naar huis zal leiden.
Op de dagen van de viering trekken families naar de begraafplaatsen om de graven van hun dierbaren schoon te maken en te versieren. In de straten zijn de kleurrijke parades met mensen verkleed als skeletten en catrinas. Overal worden suikerschedels, pan de muerto en andere lekkernijen verkocht.
Waar is de viering van Día de los Muertos?
Oaxaca: Hier vind je enkele van de grootste vieringen. De stad is beroemd om de kleurrijke optochten en de rijk versierde zandtapijten op straat.
Mexico Stad: De hoofdstad organiseert een enorme parade geïnspireerd door de openingsscène van de James Bond-film Spectre. Bezoek ook de wijk Mixquic, bekend om zijn traditionele wake, waarbij de lokale begraafplaats wordt verlicht met duizenden kaarsen.
San Miguel de Allende: Deze stad viert het Festival La Calaca, een mix van traditionele elementen en hedendaagse kunst. Hier zie je grote papier-maché figuren en grote straatfeesten.
Tips voor om Día de los Muertos te beleven:
Leer wat Spaans: de meeste lokale dorpsbewoners spreken weinig Engels, dus om de authentieke Mexicaanse gastvrijheid te kunnen ervaren is een basis van de Spaanse taal erg fijn. Over het algemeen zijn de inwoners erg lief en geduldig en geven ze je alle ruimte om je in het Spaans uit te laten spreken.
Respecteer lokale gebruiken: Hoewel het een feestelijke sfeer is, draait het vooral om de overleden dierbaren van mensen. Blijf daarom respectvol, vooral op begraafplaatsen. Vraag ook altijd toestemming voordat je foto's maakt van mensen of privé-altaren.
Neem deel aan lokale activiteiten: Veel plaatsen bieden workshops waar je je eigen calavera kunt versieren of Día de los Muertos make-up kunt leren aanbrengen. En probeer de traditionele gerechten zoals mole, pan de muerto en champurrado, een warme chocoladedrank.